Valerie Huige

 
Mijn naam is Valerie Huige, zoals je hierboven ziet staan. Ik ben 19 jaar oud en ben nu bezig met de opleiding tot basisschool leerkracht op Avans. Hiervoor heb ik de HAVO gedaan en vorig jaar mijn diploma behaalt. Wat op zich logisch is anders zou ik nu niet op deze school zitten. 
Een creatieve leerkracht houd voor mij in dat je goede humor hebt, verschilldende werkvormen gebruik, je spontaan bent, je af durft te wijken van de methode, je flexibel bent, regelmatig lessen geeft die creativiteit bevorderen en dat je de kinderen enthousiast kan maken.
 

Mijn creatief zelfportret

Dit is mijn zelfportret. Dit ben ik, maar dan afgebeeld als een boom. De boom staat symbool voor mij. In de boom hangen kaartjes met eigenschappen die ik bezit. Zo hangt er bijvoorbeeld geduld in, omdat ik van meerdere mensen hoor en ik zelf ook vind dat ik veel geduld heb. Ik zal nooit iemand opjagen om snel een antwoord te geven. Op deze manier hangen er een aantal kaartjes in de boom die er altijd in hangen. Er zijn ook kaartjes die komen en gaan. De vogels komen kaartjes brengen maar ook weer halen. Daarbij gaat het om eigenschappen die veranderen. Dat zijn dan dingen die je de ene keer meer hebt dan een andere keer. Zo heb je bijvoorbeeld inspiratie. Soms ben je heel erg geïnspireerd en kom je ineens met heel veel ideeën, maar de volgende keer heb je juist helemaal geen inspiratie. Zo gaat dat bijvoorbeeld ook met gevoelens, dan ben je verdrietig en dan weer heel blij. Dat gaat de hele tijd zo door. Op de grond naast de boom staat een gieter met daarop het woord `creativiteit`. Ik vind namelijk dat niet iedereen creatief is. De een heeft het meer dan de ander en dat komt bijvoorbeeld door de omgeving waarin je bent opgegroeid. Maar ik vind wel dat je creatief kan worden en daarom staat het afgebeeld als een gieter. Je kan door onderzoeken, te lezen, filmpjes kijken of door nog veel meer andere manieren creatiever worden. Dan giet je bij jezelf een beetje creativiteit erbij.   
 

Wat is creativiteit?

Creativiteit is voor mij iets maken van niets. Op een manier waar anderen nooit op zouden zijn gekomen of waar ze nooit over na gedacht hadden. Iets geks doen. Laat je fantasie los. Wij hebben het in de klas gehad over wat een creatieve leerkracht nou is. Welke eigenschappen die zou hebben.  Eigenschappen die een creatieve leerkracht, in mijn ogen moet hebben, zijn humor, spontaan, flexibel. Ze kan de kinderen enthousiast maken. Gebruikt verschillende werkvormen. Ze durft van de methode af te wijken en geeft regelmatig lessen die de creativiteit van de kinderen bevordert. De rest van het leerteam had natuurlijk ook allemaal punten opgeschreven, wat zij belangrijk vinden. Wij hebben toen gekeken naar overeenkomsten of eigenschappen waar we zelf niet op waren gekomen maar toch belangrijk vinden. Daaruit kwam dat een creatieve leerkracht flexibel moet zijn, zichzelf blijft, een eigen stijl heeft, durft uit te proberen, daagt iedereen uit en dat de sfeer in een klas daarvoor ook belangrijk is.

Creativiteit is iets wat heel je leven lang verandert dan ben je creatief dan weer niet. Sommigen hebben het meer dan anderen, maar dat betekend niet dat je het niet kan worden. Voor sommigen gaat het makkelijk en anderen die vinden het juist moeilijk. Er wordt vaak gezegd het is `out of the box` denken en dat kan voor mensen eng zijn. Het is weggaan van de veilige denk weg die je altijd hebt gebruikt en een keer iets heel anders doen. Dat moet je maar durven. Bij leerkrachten is dit precies hetzelfde. Je hebt een veilige en waarschijnlijk goede methode. Om die los te laten en te zeggen “Kom we gaan eens iets heel anders doen!”, dat moet je maar durven. Ik denk ook dat het onmogelijk is om altijd creatief te zijn. Soms moeten dingen gewoon op een wat ouderwetse manier gebeuren omdat het dan wel werkt. En dat is, vind ik, ook helemaal niet erg.

Hoe ben ik zelf creatief?

Ik vind het moeilijk om te zeggen dat ik mezelf nou zo creatief vind. Zoals ik al vertelde bij mijn creatief zelfportret, ben je het ene moment creatiever dan anders. Daarom is het ook moeilijk om creativiteit in je lessen in te bouwen. Soms heb je een les waar je dat heel makkelijk bij kan doen,  omdat je op dat moment bomvol ideeën zit. Maar bij een andere les bijvoorbeeld ben je helemaal leeg en kan je niets bedenken wat je ook doet. Daarbij mag je het les doel niet uit de ogen verliezen. Natuurlijk vind ik het wel belangrijk dat je creatief bent in het maken van je lessen. Je moet namelijk ook een keer eens wat anders doen dan die methode. Ik denk dat ik vooral creatief ben met het maken/bedenken van knutselwerkjes. Ook ben ik heel makkelijk in een plan omgooien. Werkt iets niet dan maar op een andere manier daarvoor moet je wel flexibel zijn en dat is een van de punten die wij als leerteam hadden opgeschreven. Iets wat ik zelf best makkelijk vind is jezelf te blijven. Ik blijf vaak bij mijn eigen mening en vind zelf ook niet dat ik moet veranderen. Natuurlijk betekend dat niet dat ik niet kan veranderen, maar alleen als ik zelf inzie dat het beter is.

Omdat ik een bezinner ben wil ik vaak een voorbeeld hebben en vind dat fijner om te werken. Mijn proces begint daarom ook vaak met beelden opzoeken van hoe je het kan doen. later kan je daar nog altijd je eigen draai aan geven. daarvoor ga ik natuurlijk als eerst kaderen. Kijken wat het is wat ik wil gaan doen. Daarna ga ik kijken waarnemen. Kijken wat ik al heb en wat ik daar mee zou kunnen doen. dan ga ik .. . vele dingen bedenken die je kunt gaan doen bij dit onderwerp. Dan ga ik me verbeelden. Hoe zou dat eruit gaan zien en tegen welke problemen loop ik op. Tot hier zal het meestal wel hetzelfde zijn. Het verschilt natuurlijk per keer welk stappen je eerst maakt en welke later. Soms doe je stappen ook meerdere keren. Dat hangt helemaal van jouw creatief proces af. Hoe jij iets hebt gedaan, dus hoe jij tot je uiteindelijke eindproduct bent gekomen. 

Wat is creatief onderwijs? 

Creatief onderwijs is in mijn ogen dat de kinderen elke dag weer opnieuw geboeid worden. Dat ze daardoor school ook leuk vinden, want ik denk dat dat een van de belangrijkste dingen is. Dat school, dat leren leuk is. Hiervoor moet je kinderen motiveren en dat kan je doen door creatief te zijn in jouw lessen. Dat het niet uit maakt over welk onderwerp je het ook hebt dat de kinderen geboeid worden. Dit kan je ook doen door de kinderen zelf creatief te laten zijn. Kinderen zitten nog vol met fantasie en zijn hartstikke nieuwsgierig. Maak daar gebruik van en laat de kinderen zelf denken en hun eigen manier van problemen oplossen ontwikkelen. Hierbij hoort ook dat je kinderen zelfverzekerd maakt. Als je zelfverzekerd bent ben je ook creatiever. Je durft dan eerder met een idee te komen en jouw gedachtes uit te spreken.

Hoe kan ik creatief onderwijs ontwerpen? 

Ik vind dat je een les creatief kan maken door te kijken op welke verschillende manieren je iets kunt leren of uitleggen. Zelf vind ik dat je het beste leert door iets te doen. Daar hoort ook wel uitleg en luisteren bij maar ook door echt bezig te zijn met iets. Dat je hetzelfde doet in principe maar op verschillende manieren. Zo blijft het nieuw maar toch ook hetzelfde. Laat de kinderen eens iets uitproberen of koppel er een leuke activiteit bij. Zo wordt het voor de kinderen ook gelijk veel leuker. Zelf wek ik ook met beelden, een foto zegt meer dan duizend woorden wordt dan ook wel gezegd. En ik denk dat je dat goed kan toepassen in lessen. Laat foto`s of filmpjes zien als het kan. Sommigen dingen worden hierdoor gewoon veel duidelijker en blijft het veel langer bij kinderen hangen.

Hoe ontwikkelen kinderen hun creativiteit?

Groep 1/2
Kinderen hebben veel energie en fantasie. Jonge kinderen worden nog niet tegengehouden om dit te gebruiken, daarom is het aan leerkrachten de taak om dit juist op jonge leeftijd te stimuleren. Jonge kinderen hebben nog niet overal een manier voor, dus zij gebruiken vaak hun fantasie om bepaalde situaties een beeld te geven. Zo spelen zij bijvoorbeeld vaak rollenspel, denk maar aan vader & moedertje. Ze zijn creatief in het verzinnen van een verhaal rondom hun rollenspel. Tijdens het rollenspel, hoor je vaak dat kinderen aan het zingen of neuriën zijn. Kinderen bedenken vaak hun eigen liedjes en ze kunnen er ook nog eens bij dansen als je dit vraagt. Dit is op deze leeftijd belangrijk, ze worden nog niet geremd. Kinderen kennen nog geen echte schaamte, ze zijn trots op wat ze doen! 
 
Groep 3/4/5
Kinderen van deze leeftijd zijn motorisch al meer vaardig. Ze kunnen al meer dingen met kwast, pen en hun eigen lichaam. Maar op deze leeftijd worden ze ook kritischer en dan vooral op zichzelf gericht. Ze worden zich bewust van anderen. Daarom is het belangrijk dat er een breed aanbod is van creatieve opdrachten en waar ze hun eigen talenten kunnen ontwikkelen. Daarbij moet je rekening houden met kinderen die meer kijken dan doen. Die kinderen zijn vaak gericht op het vermijden van fouten. Voor hun is het belangrijk dat je ze verschillende dingen laat doen en uitproberen en soms dan gaat zal het dan even niet gaan zoals het kind wil of denkt dat het moet gaan. zorg hierbij ook voor voldoende succeservaringen zodat je het zelfvertrouwen opbouwt. Want als je meer zelfvertrouwen heb kan je ook creatiever zijn.
 
Groep 6/7/8
Creatief ontwikkelen is niet alleen maar het knutselen en tekenen bij een leerling. Creatief ontwikkelen is ook het ontwikkelen in de denkwijze van een kind. Op jongere leeftijd ontwikkelden de kinderen zich nog met hun zintuigen en door te experimenteren. In deze leeftijdsperiode beginnen kinderen snel iets gek te vinden. Vooral als iedereen ineens naar hen kijkt. Laat kinderen dan ook niet verplicht mee doen aan activiteiten zoals drama, dans of muziek etc. Misschien is het kind juist heel goed op zijn plek achter de schermen, in het bedenken het verhaal, de rollen, het maken van het decor etc. Door een wisselend aanbod van activiteiten kun je zo veel mogelijk aansluiten bij de talenten en voorkeuren van alle kinderen. Laat de kinderen het initiatief nemen. Zo kunnen zij zich optimaal ontwikkelen.
 
(Bron: Samenspel op de BSO - Creatieve ontwikkeling. (z.j.). Geraadpleegd van https://www.samenspelopdebso.nl/handleiding/creatieve-ontwikkeling/)
 

Wat vraagt creativiteitsontwikkeling van leerkrachten? 

 
inderen moeten veel meer leren dan alleen vakken zoals taal en rekenen. Zo zijn er ook 7 nieuwe skills toegevoegd die belangrijk zijn in de 21e eeuw. We noemen dit 21st century skills. Dit ziet er als volgt uit:
  • Communicatie (Het overbrengen en ontvangen van boodschappen)
  • Samenwerken (Samen een doel halen, elkaar aanvullen en inspireren, elkaar steunen)
  • ICT-geletterdheid (Efficiënt gebruikmaken van ICT en media bij het geven van de lessen)
  • Creativiteit (Het vermogen om nieuwe ideeën toe te voegen aan bestaande lessen)
  • Kritisch denken (Het vermogen om onafhankelijk een eigen beeld van jezelf te hebben en je eigen mening te vormen) 
  • Probleemoplosvaardigheden (Problemen zien en daar een passende oplossing bij kunnen bedenken)
  • Sociale en culturele vaardigheden, inclusief burgerschap (In staat zijn om sociale en culturele verschillen, effectief in te zetten)
Maar wat vraagt dit allemaal van een leerkracht?
Je moet als leerkracht op de hoogte zijn van de laatste feiten, om creatief te kunnen inspelen op de behoeften van leerlingen uit de 21e eeuw. Tevens is het belangrijk dat je als leerkracht de 7 bovengenoemde skills, op een efficiënte manier kan toepassen in de schoolperiode. Dit doe je door een goed pedagogisch klimaat te creëren in de klas en door je eigen stijl toe te passen. Flexibiliteit en durven is ook belangrijk in het onderwijs. De leerkracht moet een leerling op alle mogelijke vlakken uit zien te dagen. Maar het allerbelangrijkste: blijf bij jezelf!
 
(Bron: 21st century skills. (2012, 05 januari). Geraadpleegd van https://www.leraar24.nl/dossier/3280/21st-century-skills#tab=0)

 

 

Lessen en activiteiten

 

Les met een creatieve halte

Hiervoor heb ik een taal les gegeven, waar bij het ging om verwijswoorden. De kinderen maakten kennis met de verwijswoorden hij, zij en het. Om de leefwereld hieraan te koppelen heb ben ik teruggekomen op het kennismakingsspel wat ik met ze eerder die week had gedaan.

Even een korte uitleg van het kennismakingsspel. Ze kregen een blad met 10 vragen daar moesten ze eerst zelf een antwoord op geven en daarna, als iedereen de vragen beantwoord had, moesten ze iemand opzoeken die hetzelfde antwoord had als zijzelf. Ze mochten hierbij maar 2 keer dezelfde persoon gebruiken. Dit waas om te voorkomen dat je hele blaadje vol stond met maar een naam. Je moest dus echt gaan zoeken door de klas.

Ik ben hier dus tijdens mijn verwijswoorden les op terug gekomen. Eerst vroeg ik aan iemand of hij even kort kon herhalen wat we ook al weer voor spel gedaan hadden. Toen vroeg ik of iemand nog iemand wist die hetzelfde antwoord had als zijzelf. Ze wist nog dat Tariq, net zoals zij, als lievelingsdier een hond had. Toen vroeg ik aan haar hoe ze dat nou aan iemand kan vertellen zonder dat ze zijn naam noemt. Daar kwam, tot mijn geluk, heel mooi het woord hij uit. Ik vertelde daarbij dat het woord `hij` een verwijswoord is. Daarna vroeg ik wie er nog meer zinnen wist met een verwijswoord. Een meisje kwam toen met een goede zin. Alleen zij zei alleen een zin met hij. Wij wisten dus niet wie dat was. Ik legde toen uit dat je altijd uit het gesprek, verhaal of gebaren moet kunnen halen over wie je het hebt. Daarna mochten ze zelfstandig aan het werk. 

 

Wanneer worden kinderen aangesproken op hun creativiteit?

Tijdens de pauze heb ik kunnen zien dat kinderen zelf een springtouw maakten. Er zijn namelijk maar 2 of 3 grote springtouwen. Die zijn al heel gauw in gebruik. Daar kunnen op zich al veel kinderen mee spelen maar er zullen altijd kinderen zijn die even geen spullen kunnen gebruiken om te spelen. Altijd als er pauze is wordt er een grote bak naar buiten gereden. Een kleinere vuilnisbak, waar geen vuilnis in zit maar speelgoed om mee buiten te spelen. Daar zit bijvoorbeeld de springtouwen in, maar ook ballen, pionnen, lintjes en nog een paar andere dingen. Er zit ook een soort boek bij waar verschillende spellen in staan die je kunt doen. Wat zag ik nou? Een paar kinderen hadden de lintjes aan elkaar geknoopt en daar een springtouw van gemaakt. Ze hebben op een creatieve manier een oplossing bedacht.

De vorige stageweek heb ik gekeken bij een les tekenen/beeldende vorming. Ieder kind kreeg een blaadje met daarop een kip. De opdracht was om de kip in te kleuren met een zwarte fineliner. Voor de zekerheid moesten ze het van de meester eerst met potlood doen en daarna met de zwarte fineliner overtrekken. Ze mochten zelf weten wat voor patroon ze zouden maken en hoe ze het zouden doen. hierdoor zijn er ook allemaal verschillende kippen uitgekomen. Aan het eind heeft de meester ze allemaal op een geel vel geplakt en opgehangen. 

Ook heb ik een keer gezien dat mijn mentor op een verzoek/idee van een leerling in ging. Ze waren bezig met het thema Peter & de wolf. Ze gingen ritmes klappen. Er waren vier ritmes die ze deden. Toen kwam een meisje met het idee om ieder groepje een ritme te geven dat hij de hele tijd moest klappen en zo zou je dan 4 verschillende ritmes door elkaar krijgen. Toen mijn mentor het idee begrepen had vond zij dit een leuk voorstel en begon er dan ook meteen mee. Dit laat zien dat zij flexibel is, een van de punten die wij hadden opgeschreven. En dus een belengrijke eigenschap om te hebben als leerkracht. Uiteindelijk is dat nog leuk gegaan. Die leerling is dus zelf aan het denken geweest en heeft toen iets leuks bedacht. Andere kinderen vonden dit ook gelijk een goed idee. Doordat het idee ook niet meteen afgekraakt wordt krijgt die leerling ook meer zelfvertrouwen. Wat belangrijk is om creatief te kunnen zijn. Daar komt nog bij dat meerdere leerlingen dit ook een leuk idee vonden en haar hielpen uit te leggen wat ze bedoelde.  

creatieve lessen

Ik heb in de stage meerdere lessen gegeven. Soms gewoon een methode les, maar ook creatieve lessen. Hier kan je de creatieve lessen zien die ik heb gegeven. Ik heb ook lessen samen met mijn medestudent Veerle gegeven. Het fijne hiervan was dat je met zijn tweeën was. Je kan samen nadenken over ideeën en samen voorbereiden waardoor je minder hoeft te doen. Ook kan je, je dan meer richten op de kinderen. Als je de hele klas lesgeeft, dan probeer je bij iedereen te kijken en met iedereen te praten. Met zijn tweeën kan je langer bij een kind blijven en toch worden alle kinderen gezien. Je kan elkaar ook aanvullen. Als jij het even kwijt bent weet de ander nog wel hoe je veder kan. Kortom het was een hele fijne ervaring. 
 
natuniek

Ik heb een les natuniek gedaan. Mijn mentor stelde voor om voor natuniek proefjes te doen. er staan namelijk wel proefjes in het boek en de leraren hebben er een handleiding bij, maar ze doen ze nooit zo vaak. Wij kwamen toen op het idee om een natuniek les te geven die in het teken van stroom staat. Dit hebben ze al gehad en ook al een proefwerk van gemaakt. We dachten eerst dat het leuk zou zijn om een dieven alarm te maken. We hebben toen gekeken in een kist met de spullen voor zulke proefjes en daar zou ik dan iets mee gaan doen. Ik heb toen de spullen van natuniek mee naar huis genomen en ging daar nog eens uitgebreid voor zitten. Toen ik al de spullen had bekeken leek mij een dieven alarm wel ingewikkeld om te maken. Want het idee was dan om dat per groepje te doen maar dat zou dan heel veel werk kosten en we hadden er ook niet al de spullen voor. Ook leek het mij niet handig om te doen, daarom liet ik dat idee los en ging kijken naar de andere proefjes in het boek. Daar stonden meerdere proefjes in maar ik richtte mij op het lampje laten branden met behulp van een citroen. Zelf leek het mij hartstikke leuk en het zou veel makkelijker te doen zijn. De vraag was dan wat zouden de andere groepjes dan gaan doen, want er waren niet genoeg spullen dat iedereen tegelijk dat zou kunnen doen. Toen vond ik nog een proefje wat ging over stroom geleiden. Dat leek mij ook een goed idee. Dan konden 2 groepjes proefjes doen en de 2 andere maakten dan een werkblad wat ik zou maken. Bij dat werkblad moesten ze 2 vragen beantwoorden en daarna zelf een gesloten stroomkring maken. Terwijl ik dit met mijn mentor aan het bespreken was kwam zij met het idee om een circuit te maken en dan zou het laatste groepje een filmpje kijken op de computer. We vonden al gauw een goed filmpje daarvoor. Thuis heb ik toen nog het een en ander afgerond en klaargemaakt en kon de les beginnen.

Aan het begin van de les haalde ik weer even naar boven wat de kinderen nog wisten over een stroomkring. Daarna legde ik kort uit wat we gingen doen en wat je bij ieder deel van de circuit kon verwachten. Toen wijste ik de groepjes naar een bepaald deel en gingen wee beginnen. Mijn medestudent Veerle was ook gekomen om te kijken en te helpen. De kinderen kregen voor ieder onderdeel 10 min. en er waren 4 groepjes, dus het zou minstens 40 min duren. Ikzelf ging bij de citroen zitten, mijn mentor bij de proef kijken wat stroom geleid en Veerle bij het werkblad. Toen alle groepjes rond waren geweest mochten ze nog even het werkblad afmaken. Als afsluiting vroeg ik nog of ze het leuk vonden en of ze er misschien nog iets van hadden geleerd. Waarop ze allemaal luid JA! op riepen.

Dit is vooral mijn creatief proces. Eerst keek ik wat ik allemaal moest doen en wat ik kon doen. Toen kwamen er nieuwe ideeën in mij op en veranderede ik de opdracht. Daarna kwam mijn mentor met een idee waarop ik de opdracht weer veranderde. Maar op deze manier zijn we wel tot een mooi eindresultaat gekomen. Ook voor de kinderen is het wel creatief geweest. Bijvoorbeeld bij de proef wat geleid stroom was er ook de vraag wat geleid nog meer stroom? Hier gingen ze dus zelf kijken welke voorwerpen nog meer stroom zouden kunnen geleiden. En bij de proef, een lampje laten branden met een citroen deden we ook kijken of een paprika, een appel en een mandarijn dat ook konden. Daarbij stelde ik altijd de vraag “Wat denk je?” voordat we met de proef begonnen. En bij het werkblad mochten ze zelf weten hoe ze de stroomkring maakten, als hij maar gesloten was. Hier moesten ze ook vooral nadenken want hij moest gesloten zijn en voor je hem dan opplakt kan je beter eerst proberen en kijken hoe je het wilt doen. 

 
Levensbeschouwing.

Ik heb samen met mijn Veerle ook een levensbeschouwing les gegeven. Omdat ze het deze periode over opbloeien hadden hebben wij ook iets met dat thema gedaan. Op onze stageschool hebben ze hiervoor trefwoord. Dan wordt er elke ochtend een verhaal voorgelezen en besproken met de leerlingen. Ons idee was om een van die verhalen samen voor te lezen en het daar don even over te hebben. Daarna kreeg ieder kind een bloemblaadje. Op dat bloemblaadje moesten ze de zin “Ik bloei op van…” afmaken en het blad versieren. We hebben ze hier even de tijd voor gegeven. Daarna mochten degene die wouden nog even vertellen wat ze hadden opgeschreven. En daar kwamen veel mooie dingen uit. Mijn mentor zelf heeft ook een bloemblad gemaakt en Veerle en ik hebben er later ook nog een gemaakt. De volgende dag hebben Veerle en ik van die bloemblaadjes 3 bloemen van gemaakt en die hang nu bij mijn stageklas op het raam.

Het fijne bij deze les is dat je ook echt iets hebt wat je maakt of terug kan zien. Het is namelijk wel leuk en goed om het erover te hebben maar als er dan ook nog een resultaat aan uit komt geeft dit al gauw meer betekenis. En zo kunnen ze er ook naar terug kijken en zien wat anderen ook al weer hadden opgeschreven. Plus het is gewoon een mooie decoratie van het lokaal.